Je kunt er voor
kiezen kinderen met autisme af te zonderen van de complexe wereld om hen heen,
door ze in een omgeving te plaatsen die aangepast is aan hun
(on-) mogelijkheden. Een omgeving waarin ze zo min mogelijk geprikkeld
(‘overvraagd’) worden en ze dus ook niet
gefrustreerd zullen raken. Naar mijn idee is het beter, uitzonderingen
daargelaten, wanneer de kinderen niet afgezonderd worden in een totale
aangepaste omgeving, maar dat ze gestimuleerd worden grenzen op te zoeken.
Hierdoor leren ze zoveel mogelijk om
midden in de maatschappij te functioneren.
Om dit te bereiken
dienen ze in aanraking te komen met diverse situaties om zo veel ervaring op te
doen voor de toekomst.
Kinderen met autisme willen alles hetzelfde
houden omdat ze de veranderingen in hun leefwereld niet aankunnen. Voor het
kind is het echter belangrijk te ondervinden welke mogelijkheden ze hebben om
zich verder te ontwikkelen, waardoor ze voldoening zullen ervaren in datgene
dat ze geleerd hebben. Kinderen met autisme help je naar mijn idee dan ook door
vriendelijk, duidelijk, systematisch en consequent kansen aan te bieden,
waarbij langzamerhand andere manieren van gedrag worden aangeboden.
In de praktijk
betekent dit onder meer dat deze kinderen er langer over doen om sociale
situaties te begrijpen. Ze leren om te gaan met deze situaties door ermee in
aanraking te komen, waarbij veel gevisualiseerd, zichtbaar gemaakt wordt. Door
dit te doen en er over te praten kun je hun
manier van denken actief stimuleren. Hierdoor leren ze een
positieve invloed uit te oefenen op de situatie.
Hulpmiddel hierbij kan zijn het zogenaamde
ABC-schema (Antecedent, Behavior, Consequense, ofwel gebeurtenis, gedrag,
gevolg).
( zie ook: www.onderwijsautisme.nl)
Met name voor
kinderen met autisme is het logisch om het ABC-schema in te zetten, aangezien
deze kinderen bij het beschrijven van wat ze ervaren/zien niet uitgaan van hun
gevoel of dat van een ander, maar juist vanuit beredenering (cognitief). Zo
hebben ze moeite gezichtsuitdrukkingen te interpreteren, maar kunnen ze door
deze te zien en te beschrijven wel leren, wat een bepaalde gezichtsuitdrukking
zegt over het gevoel van die persoon.
Dat de begeleiding
van kinderen met autisme binnen het reguliere basisonderwijs veel vraagt van de
leerkracht is duidelijk. Toch wil dit niet zeggen dat er veel hoeft te
veranderen, bijvoorbeeld met betrekking tot het lesprogramma, of dat het kind
met autisme continu individueel les zou moeten krijgen.
Ook kinderen met autisme willen vaak niet
anders zijn dan andere kinderen!